Gisteren verscheen Juice, het album van Fresku en MocroManiac. De twee rappers, die elkaar al heel vroeg de beste van Nederland vonden, zijn sinds een paar jaar dikke vrienden. Nu staan ze in Tijd Loopt op elkaars begrafenis.
Ergens halverwege het gesprek verheft Fresku zijn stem en richt hij zich meer tot MocroManiac. “Hey, maar bro. Je moet het niet onderschatten hè? Wat jij op internet hebt gedaan is misschien wel meer waard dan wat albums doen.” Mani, zoals Fresku hem telkens noemt, heeft net gezegd dat het aan de muur hebben van een albumhoes voor hem ‘ook een ding’ is. “Ik wil ook een paar projecten aan mijn muur hebben, zo van: hé, dit is mijn CV, pah pah pah.” Eerder in het gesprek liet hij al blijken wat Juice, zijn eerste officiële album, met hem doet. “Ik heb nu een plaat met Fresku gedaan, begrijp je? Ik heb voordat ik bekend was lang tegen Fresku opgekeken, hem bewonderd, om hem gelachen en veel geluisterd, nu heb ik een plaat met ‘m! Ik heb hem goed leren kennen; we zijn gewoon matties geworden. Ik ben daar blij mee, het maakt niet uit hoe goed het album ontvangen wordt.”
De 30-jarige Fresku weet hoe het is om een album uit te brengen. Hij maakte Fresku (2010), Maskerade (2012) en Nooit Meer Terug (2015). MocroManiac, maar een jaar jonger, bouwde zijn muzikale carrière anders op. Hij was onderdeel van rapgroep Hydroboyz, is vooral bekend van YouTube, van zijn optredens in 101Barz en van zijn mixtape Maniac 4 President. Juice mag dan pas zijn eerste album zijn, het zegt niks over het succes van zijn rapcarrière. “Deze generatie is niet op albums gericht”, zegt Fresku. “Als wij een album kopen, lezen we het boekje, kijken we naar het artwork, gaan we de special thanks lezen, willen we weten wie wat geproduceerd heeft..” Maniac onderbreekt hem: “Ik heb mijn naam het meest gemaakt vanuit 101Barz. Ik wilde alleen maar mijn niveau laten zien, mezelf telkens overtreffen. Zolang je je niveau blijft opkrikken en mensen op je wachten, komt het album vanzelf.”
Geen speld tussen te krijgen. Het album met Fresku, de man die hij vanaf het begin de beste rapper van Nederland vond, is er. En laat dat nou andersom net zo zijn. Fresku keek jaren voordat hij MocroManiac leerde kennen al zijn YouTube-video’s. “Ik moest altijd om hem lachen. Hij vertelde in zijn teksten iets heel serieus, maar ik moest tóch om hem lachen. Ik heb daar zelf ook een handje van. Ik laat je met mijn teksten lachen om mijn zelfhaat.” Fresku herinnert zich dat hij MocroManiac in een cypher (een freestyle waarin verschillende rappers elkaar afwisselen, red.) van 101Barz zag. Daarin is hij de enige rapper die meeloopt met de camera. Gaat de camera links, dan gaat hij ook links, gaat de camera rechts, dan gaat hij rechts. Fresku: “Ik vond dat zo vet. Daarna hoorde ik zijn lines: je hebt gesnitcht en nu zit die nigger jarenlang, nu zijn z’n haren lang, zulke dingen doe je. Ik ging helemaal stuk.” Fresku citeert nog even door: “En wat nog meer? Kill, je bent fucking skeer”. Ze moeten allebei hardop lachen. Fresku: “Het voelde alsof hij gewoon dingen opraapte en naar je toe gooide. We hebben hetzelfde soort humor, maar hij meer op een straatmanier. Ik ben meer introspectief. Uiteindelijk is het hetzelfde man.”
Het lot bracht de twee rappers bij elkaar, is hun overtuiging. Een collega die hen allebei kent vroeg Fresku of hij een track met een andere rapper wilde doen. “Ik zei: ik weet niet of ik tijd heb, maar ik ben wel benieuwd over wie je het hebt. Toen hij zei dat het MocroManiac was, zei ik: ik kom.” Ze kwamen in elkaars leven en gingen er niet meer weg. MocroManiac was zes maanden bijna elke dag in Eindhoven, de woonplaats van Fresku, te vinden. Ze hingen met elkaar, in en buiten de studio. Fresku maakte zijn derde plaat Nooit Meer Terug, waarop MocroManiac op twee tracks te horen is. “In die plaat zit zijn DNA, gewoon puur omdat je met hem bent. Je zit samen in dat creatieve proces. Ik kan me niet voorstellen hoe die plaat eruit had gezien als hij niet continu in mijn omgeving was geweest.”
Twee rappers die elkaar eerst adoreerden zijn nu vrienden en delen een album; ze noemen het een droomproject. Juice bevat jolige, maatschappijkritische, satirische en cynische tracks, maar eentje valt er rauw op je dak: Tijd Loopt. Fresku en MocroManiac hebben daarop beiden een verse gericht aan de ander die er niet meer is. “Je was een broeder waar ik op vertrouwde”, opent Maniac. Na het doordringende refrein is Fresku aan de beurt. “Maar ik hoop als ik God vraag, dat hij als je opstaat je zondes weer loslaat en zie het paradijs als het opklaart.”
Het is wat, zo’n terugblik op het leven als je elkaar drie jaar kent. “Tijd Loopt is een track die niks te maken heeft met hoelang we elkaar kennen, sommige mensen zouden bij het horen van die track denken dat we elkaar ons hele leven kennen”, zegt Maniac. “Maar we kennen elkaar kort. We hebben gewoon kunnen zien dat we met elkaar kunnen opschieten. Fresku heeft een goed hart. Zo’n track als Tijd Loopt kan je niet met iedereen maken. Ik heb vrienden overal, maar in de rapgame is hij wel écht mijn beste vriend. De rest is collega.” Fresku: “Je hoort op die track gewoon dat, los van het feit dat ons muzikale DNA matcht, we een diepe vriendschap hebben opgebouwd.”
Ze leren van elkaar, adviseren elkaar. Soms expliciet, meestal door elkaar te observeren, door met elkaar om te gaan. Mani, nog altijd die jongen van de straat, vindt Fresku soms te lief. Frisse: “Terwijl ik hem adviseer af en toe iets minder…” Hij duwt z’n vuisten tegen elkaar. “Hij mag soms wat losser zijn, snap je? We zijn daarin elkaars mentor en de liefde groeit daardoor nog meer, want waarschijnlijk hebben we allebei gelijk: ik ben te lief en hij is soms een beetje te hard.” Maniac leert van hoe Fresku dingen aanpakt, hoe hij situaties benadert: “Ik ben zelf een teruggetrokken persoon.” De interviews die hij deze weken doet, voelen weer als een debuut. Hij deed er wel een aantal, op beeld bijvoorbeeld bij 101Barz dat hem opzocht in Kraaiennest, de wijk waar hij opgroeide, zijn natuurlijke habitat. “Dit soort interviews zijn heel anders. Ik ben hier buiten m’n zone. In een andere omgeving weet ik me niet altijd goed uit te drukken. Ik ga twijfelen, het wordt een strijd in m’n hoofd.”
Hoewel Fresku dus meer ervaring heeft met interviews, met de media, corrigeert hij MocroManiac nooit. “Nee, never. Weet je wat het is? Hoe hij is, wat hij doet, dat is voor mij oké. Mijn moeder en mijn vader mogen hem. Waarom? Omdat hij zichzelf is. Hij staat misschien met een jonko in z’n hand blablabla te praten, maar hij is een aardige, hele sociale jongen. Als je alleen maar die jonko ziet, dan kan ik ook niet met jou praten. Zet hem in de zon, met een barbecue en gezelligheid. Dan ga je zien wat voor aardige jongen het is. Maar als je hem in een situatie zet waarin hij zich niet op z’n gemak voelt, dan trekt hij een muur op.” Het is even stil. MocroManiac tegen Fresku: “Je hebt gelijk man.” Fresku: “Ja hè?!”